Publieke monitor of publiek-private monitor? Tijd voor helderheid.

In mijn gesprekken met gemeenten, provincies en marktpartijen over de woningbouwopgave komt steevast één vraag terug: hoe houden we grip op de voortgang? Niet op de ambities of beloftes, maar op de realisatie. En steeds vaker gaat dat gesprek niet alleen over beleid of plancapaciteit, maar over data. Over monitoring. Over inzicht als basis voor sturing en liefst versnelling. Vanuit dat perspectief merk ik regelmatig dat er verwarring ontstaat over twee begrippen: de ‘publieke monitor’ en de ‘publiek-private monitor’. Twee termen die op elkaar lijken, maar in praktijk iets heel anders betekenen. En omdat die verwarring tot misverstanden leidt, wil ik in deze blog beide begrippen uit elkaar trekken en laten zien hoe we er met Juno op inspelen.

Wat bedoelt het Rijk met een Publiek-Private Monitor?

De term ‘publiek-private monitor’ (vaak afgekort tot PPM) is afkomstig van het Taskforce Versnelling Woningbouw van RVO. In december 2024 is tijdens de Woontop afgesproken dat elke regio of versnellingstafel vanaf 1 juli 2025 met een PPM zou moeten werken. In mei 2025 is dit nogmaals bekrachtigd in een Kamerbrief van minister Mona Keijzer (VRO).

Een PPM is in deze context géén softwareproduct, maar een samenwerkingsinstrument. Het doel: een gedeeld beeld creëren van de woningbouwprojecten die er echt toe doen, inclusief eventuele knelpunten, zodat overheid en marktpartijen samen kunnen versnellen. Denk aan corporaties, ontwikkelaars, gemeenten en provincies die aan één tafel zitten en afspraken maken op basis van actuele en betrouwbare informatie.

De handreiking over PPM van de Taskforce Versnelling Woningbouw beschrijft de uitgangspunten: richt je op sleutelprojecten, houd het overzichtelijk, zorg voor een beperkte set indicatoren, breng knelpunten in beeld en maak afspraken over eigenaarschap en vertrouwelijkheid van de data.

Handleiding voor een effectieve Publiek-Private Monitor (PPM)

Geen verplichting, wél duidelijke verwachting

Belangrijk om te benadrukken: er is op dit moment geen wettelijke verplichting voor gemeenten om een PPM te hebben. Wat er wel ligt, zijn beleidsrichtlijnen en stevige verwachtingen vanuit het Rijk.

Twee dingen springen eruit:

  1. Gemeenten worden geacht data aan te leveren voor landelijke monitoring (zoals de LMVW).
  2. Gemeenten moeten openheid bieden richting marktpartijen en andere ketenpartners, bijvoorbeeld via een PPM-achtige werkwijze.

Het ministerie spreekt dus van ‘verwachtingen’ en ‘afspraken’, maar niet van een formeel juridisch kader. Tegelijkertijd is het duidelijk dat gemeenten niet om dit onderwerp heen kunnen: het is de norm aan het worden in samenwerking tussen overheid en markt.

En dan de ‘publieke monitor’?

Ook hierover merk ik verwarring. Sommige gemeenten denken dat het Rijk met een ‘publieke monitor’ doelt op een verplichte openbare woningbouwkaart. Maar dat is niet wat bedoeld wordt. De term ‘publiek’ verwijst hier naar het feit dat de monitor wordt gebruikt door publieke organisaties (gemeente, provincie). In die zin is bijvoorbeeld de woningbouwmonitor in Juno (WBM) een publieke monitor. Wanneer een gemeente wél de wens heeft om projectinformatie te delen met inwoners, raadsleden of andere betrokkenen, dan kan dat via de openbare woningbouwkaart (Juno OWK). Maar dat is een keuze, geen verplichting.

Openbare woningbouwkaart Gemeente Eindhoven

Hoe Juno aansluit op de praktijk en de beleidslijn

Wij hebben de PPM-module van Juno ontwikkeld in directe afstemming met de makers van de handreiking Samen aan het stuur! Handleiding voor een effectieve Publiek-Private Monitor (PPM). Niet als extra systeem, maar als uitbreiding op Juno WBM. De data die gemeenten toch al bijhouden in Juno, wordt daarmee ook bruikbaar voor de versnellingstafel.

Wat de module uniek maakt, is de focus op wat er écht toe doet aan tafel:

  • Alleen de relevante sleutelprojecten worden getoond (zoals woondealprojecten of versnellingskandidaten).
  • De belangrijkste indicatoren uit de handreiking zijn beschikbaar, inclusief specifieke visualisaties voor voortgang en knelpunten.
  • De knelpuntenanalyse (denk aan: bezwaarprocedures, vergunningen, stikstof, financiering) wordt letterlijk naar de voorgrond gehaald.

De module is dus geen kopie van Juno WBM, maar een toegespitste werkruimte voor de deelnemers van de versnellingstafel: van voorzitter tot ontwikkelaar. Zo blijft de complexiteit achter de schermen, en staat de gezamenlijke opgave centraal.

Tot slot

Met Juno WBM kunnen gemeenten al voldoen aan de datavraag van provincies en het Rijk. Met Juno PPM bouwen we daar bovenop een ‘digitale werktafel’ waarin overheid en markt samenwerken op basis van gedeelde informatie. Precies zoals het ministerie het voor zich ziet. Zonder verwarring, mét regie. Ben jij benieuwd hoe we jouw werk met Juno kunnen versterken? Neem dan contact met ons op!

P.s. op donderdag 23 oktober a.s. verzorgen we samen met Ruud Kruip, adviseur, mede-auteur van de handleiding PPM en initiatiefnemer van publiekprivatemonitor.nl, een presentatie tijdens de Brabantse Dag van het Wonen over Publiek-Private Monitor. Zie voor meer informatie de congreswebsite.

Zie ook

Whitepaper

Webinar

Blogs

 

Foto door cyril mzn via Unsplash